De misvattingen van de Nederlandse migratie- en integratiepolitiek

Auteur: Remmelt Kruize

Originele tekst: https://antipopulista.com/2024/09/01/de-misvattingen-van-de-nederlandse-migratie-en-integratiepolitiek/

Is er een migratieprobleem? In het Nederland van nu is dat een kwestie waarover een deel van de mensen zegt dat het er is, terwijl een ander deel stelt dat het probleem is opgeblazen door politici en media die graag ophef creëren voor hun eigen doeleinden. In zulke situaties wenden we ons graag tot de wetenschap voor antwoorden. Wij van Anti-Populista zijn grote fans van feiten en controleerbaar onderzoek, dus richten we ons op wat academici op dit gebied hebben onderzocht. We kiezen daarvoor de experts zoals Leo en Jan Lucassen en Hein de Haas. Deze academici worden vaak onterecht als links-extremistische activisten aangemerkt, maar dit komt meestal van mensen die niet verder lezen dan hun X-tijdlijn of De Telegraaf. In Nederland is er een strijd gaande tussen de waarheid en de valse realiteit van rechts-populisten die neigen naar het extreme. Het is gemakkelijk om vreemdelingen de schuld te geven van de problemen in onze samenleving, maar hierdoor verliezen we de nuance en, nog belangrijker, onze grip op de werkelijkheid. Eerst zal ik schetsen wat de aanleiding is voor deze tekst en vervolgens -aan de hand van onderzoeken- de misvattingen rondom migratie in Nederland bespreken.

Er is een asielcrisis, toch?

Ze krijgen alles gratis, ze veroorzaken de woningnood, het zijn allemaal potentiële terroristen, en ze willen de taal niet leren.’ Dit zijn de soort teksten die de dagelijkse bagger vormen die de rechts-extreme ‘vrijdenkers’ op X verspreiden over vreemdelingen. Zulke slecht geïnformeerde opvattingen zijn een gevaar voor onze sociale cohesie. Het helpt ook niet dat onze nieuwe minister van Asiel en Migratie het had over een “asielcrisis” en deze uitspraak meteen moest terugtrekken vanwege de wettelijke onjuistheid ervan. Haar uitspraken kloppen overigens in de regel niet. Het COA in Ter Apel zit constant overvol, niet omdat er zoveel meer migranten zijn zoals Faber beweert, maar omdat we voortdurend onze capaciteit opschalen en weer afschalen wanneer er te veel migranten zich aanmelden, en Artsen zonder Grenzen het voor ons moet oplossen. Faber gebruikte daarnaast ook de gekleurde informatie van De Telegraaf over de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waar ruim 39.000 aanvragen voor nareis zouden liggen, zonder enige vermelding van hoeveel ervan waren goedgekeurd. En zonder te vermelden dat het opgestapelde procedures waren van de afgelopen jaren.

Het is nu zo dat minister Faber gemeenten verplicht om meer asielzoekers op te vangen, een bevel dat meer symbolisch is dan effectief. Sinds 1 februari 2024 is namelijk de Spreidingswet van oud-VVD-staatssecretaris van Asiel en Migratie Eric van der Burg van kracht. Dit kabinet doet er alles aan om elke statistiek naar hun hand te zetten. Caroline van der Plas van BBB en Geert Wilders van de PVV gebruiken ook graag video’s die op X worden verspreid van mensen met een migratieachtergrond als ‘bewijs’ dat de multiculturele samenleving is mislukt. Dit zijn drogredenen en vormen van anekdotisch bewijs, vergelijkbaar met het argument: ‘Omdat mijn oma haar hele leven rookte en nooit ziek is geworden, kunnen we stellen dat roken niet slecht voor je is.’ Of in dit geval: deze video van een Turk die iets crimineels doet, zegt alles over hoe dat hele volk opereert en die laten we hier allemaal binnen. Dit is natuurlijk allemaal onderdeel van de modus operandi van rechts populisme. Maar dan weten we nog steeds niet waarom mensen migratiewetenschappers diskwalificeren door ze als links-extremistische propagandisten weg te zetten? Om dat te kunnen beantwoorden, zullen we eens kijken naar wat experts daadwerkelijk hebben onderzocht en hebben bevonden op basis van feiten. Ik daag u, de lezer, uit om deze conclusies te weerleggen met goed onderbouwde argumenten. Zo kan er in de nabije toekomst eindelijk eens een constructief debat plaatsvinden.

De tolerantie

Om te begrijpen hoe dit asielmigratie-crisis frame dominant is geworden, moeten we eerste kijken waarom de Nederlandse tolerantie jegens migranten zo is afgenomen. Jan en Leo Lucassen beschreven in hun onderzoek The strange death of Dutch Tolerance, dat de Nederlandse migratie- en integratiepolitiek van de jaren 1970 en 1980 zich kenmerkte door een symbolische omarming van multiculturalisme, waarbij het behoud van culturele identiteit van gastarbeiders werd aangemoedigd. Dit beleid was echter in de eerste plaats bedoeld om hun terugkeer te vergemakkelijken na het vervullen van hun economische functie. Toen duidelijk werd dat veel migranten zouden blijven, verschoof het beleid naar individuele sociaal-economische integratie. In de jaren 1990 en 2000 begon een omslag in de publieke en politieke opinie, dit werd deels aangewakkerd door de economische recessie en toenemende werkloosheid onder migranten. Dit leidde tot een intensiever debat over de houdbaarheid van het multiculturalisme en de rol van islamitische migranten in Nederland.

Een belangrijk moment in de discussie over multiculturalisme was de publicatie van het artikel “Het Multiculturele Drama” in 2000 door Paul Scheffer in NRC Handelsblad. Dit artikel beschuldigde de kosmopolitische linkse elite van het negeren van de sociale en culturele problemen veroorzaakt door massale immigratie van moslims. Dit artikel, samen met de opkomst van Fortuyn, leidde tot een gepolariseerd debat over immigratie en integratie.

Pim Fortuyn speelde een cruciale rol in de verandering van het Nederlandse politieke landschap in de jaren 1990 en begin 2000. Oorspronkelijk begonnen als een communistische sympathisant en later lid van de Partij van de Arbeid (PvdA), maakte hij in de jaren 1990 een ideologische verschuiving door naar rechts. Fortuyn was openlijk homoseksueel en had een libertaire kijk, wat zichtbaar was in zijn onverwachte pleidooi voor de regularisatie van 5000 illegale immigranten.

In 2001 stapte Fortuyn in de politieke arena om onvrede te mobiliseren over immigratie, de invloed van de islam, en politieke correctheid. Zijn programma omvatte klassieke rechtse standpunten zoals harde maatregelen tegen criminaliteit en beperking van immigratie, maar trok vooral aandacht door zijn anti-islam standpunten. Nadat hij in januari 2002 werd verwijderd als leider van de nieuwe populistische partij Leefbaar Nederland, accepteerde hij het leiderschap van Leefbaar Rotterdam. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam in maart 2002 behaalde hij een verrassende overwinning met bijna 35% van de stemmen. Echter, een paar weken voor de nationale verkiezingen in mei 2002, werd Fortuyn vermoord, wat leidde tot een grote politieke schokgolf in Nederland.

Geert Wilders, voormalig lid van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), richtte in 2004 zijn eigen partij op: de Partij voor de Vrijheid (PVV). Net als Fortuyn maakte Wilders zich sterk tegen de islam en pleitte hij voor een immigratiestop uit islamitische landen. Na 14 jaar Rutte en Yesilgöz’ leugens over het aantal nareizigers is het Wilders -na jarenlang islamofobisch gedachtegoed spuien en twee rechtszaken over zijn discriminatoire uitspraken – toch gelukt om de grootste partij te worden en een kabinet te vormen samen met BBB, VVD en NSC. Je zou dus kunnen stellen dat dit de ultieme ‘bekroning’ is van alle politici en andere prominenten die sinds Fortuyn hun anti-immigratie en anti-islam standpunten op de politieke agenda trachtten te zetten

Het is duidelijk dat er altijd al enige xenofobie heeft bestaan jegens arbeidsmigranten, zeker met de verwachting dat zij ooit zouden terugkeren naar hun thuisland. We zien ook dat elke vorm van tegenslag, zoals een economische recessie, direct in de schoenen geschoven wordt van migranten. Dit is niet minder dan intellectuele luiheid te noemen. Wat volgens mij ook sterk meespeelt in het beeld van het mislukken van de multiculturele samenleving, is de fluïditeit tussen tijd, verandering en zondebokmentaliteit. Hoe ouder men wordt, hoe sneller de tijd lijkt te verlopen, zeker in onze huidige maatschappij waarbij de modale burger blootgesteld wordt aan een enorme hoeveelheid prikkels. Slechts weinig mensen hebben de vaardigheid om de eerste signalen van bijvoorbeeld een nieuw seizoen op te merken. Veel mensen leven hun leven met oogkleppen op en zien de wereld alleen door die nauwe perceptie, net zoals in Plato’s allegorie van de grot. Als men stil zou staan en om zich heen zou kijken, zou men misschien opmerken dat er door de jaren heen meer migranten in de stad zijn komen wonen. Mensen verhuizen of overlijden, de wereld om ons heen verandert, en onze perceptie kan niet alles bijhouden. Voor mensen die plotseling ‘wakker schrikken’, is de shock te groot om de multiculturalisering van de gemiddelde stadswijk te relativeren als niet meer dan een gevolg van veranderende tijden. De mondiale (migratie)geschiedenis is zodoende te aanschouwen in onze eigen volkswijken.

Hetzelfde geldt voor radicaal-rechtse X-influencers zoals Monique (@moeva18), die vaak langs Ter Apel rijdt. Zij ziet alleen veel goed doorvoede islamitische mensen bij de voordeur picknicken en beweert dat vluchtelingen vroeger veel meer gevarieerd waren. Dit beeld is voor haar een constante, en mensen zoals ‘de wereldvreemde’ Leo Lucassen, die daar nooit langskomen, zouden dat volgens haar moeten erkennen. De groei van intolerantie heeft dus ook als oorzaak een beperkte perceptie van de wereld, die gevormd door politici, sociale media en publieke media.

De inburgering

In de bijdrage van Groenendijk, De Hart en Van Oers, getiteld Lessen van 25 jaar inburgering in Nederland, wordt het inburgeringsbeleid in Nederland chronologisch uiteengezet. In deze tekst wordt getoond hoe vaak er een wijziging is ingevoerd om het integratiebeleid aan te scherpen, maar ook dat dit beleid met elke wijziging aan effectiviteit begint te verliezen. U zult merken dat het beleid snel en vaak op gevoel wordt gewijzigd, ingegeven door rechts-populistische overtuigingen.

Minderhedenbeleid en Contourennota Integratiebeleid Etnische Minderheden

Kabinet-Lubbers I (CDA-VVD) begon in 1983 met het invoeren van het zogenaamde “Minderhedenbeleid”, dat bedoeld was om de rechtspositie van migranten te versterken en hun integratie te bevorderen. Kabinet-Lubbers II (1987) concludeerde dat het beleid nog te weinig resultaten had geboekt. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) constateerde dat de migrant nu te veel als een ‘zorgcategorie’ werd behandeld en de Raad adviseerde zodoende een invoering van verplichte taalcursussen.

In 1994 presenteerde Kabinet-Lubbers III (CDA-PvdA) de ‘Contourennota Integratiebeleid Etnische Minderheden’, waarin meer eigen verantwoordelijkheid van migranten werd geëist voor hun integratie. Er werd nu ook verwacht dat migranten op eigen initiatief deelnamen aan het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt, en de Nederlandse taal en samenleving leerden kennen.

De Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) 1998

In 1998 trad de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) in werking. De WIN, ontstaan door een toename van het aantal vluchtelingen in de jaren ’90, behelsde dat nieuwkomers die hier langdurig wilden verblijven, op eigen kracht snel een positie in de maatschappij zouden verwerven. Migranten van buiten Europa die hier lang wilden verblijven, waren verplicht de door de overheid betaalde inburgeringscursus te volgen. Dit hield 500 uur taalonderwijs en 100 uur maatschappij- en beroepenoriëntatie in, met als afsluiting een toets. De voorwaarde was dat men aanwezig was en deelnam; de toets halen was geen vereiste. De straf voor het niet voldoen aan de inspanningsverplichting en daarmee de inburgeringsplicht, was een boete of een verlaging van de uitkering.

Het Kabinet-Balkenende en de Strengere Inburgeringswetten (2003-2007)

In 2003 was kabinet-Balkenende II (CDA, VVD, D66) niet tevreden met het inburgeringsbeleid. Dit was ook het eerste kabinet met een minister van Vreemdelingenzaken en Integratie, namelijk Rita Verdonk (VVD). Zij introduceerde twee wetten: de Wet inburgering in het buitenland (Wib 2006) en de Wet inburgering (Wi 2007). Deze wetten werden aangenomen in het licht van de aanslagen op 9/11, de moord op Fortuyn, de winst van de LPF in 2002, en de moord op Theo van Gogh in 2004. De Nederlandse politiek kwam tot de overtuiging dat de integratie van migranten, vooral die van moslims, was “mislukt” en dat een strenger integratiebeleid noodzakelijk was. Dit standpunt ontstond ondanks de bevindingen van de parlementaire onderzoekscommissie Blok. Deze commissie concludeerde in een rapport uit 2004 dat de integratie van een groot deel van de migranten juist succesvol was verlopen. Deze positieve bevindingen werden echter door de rest van de Tweede Kamer grotendeels genegeerd, waarbij de nadruk bleef liggen op het idee van mislukte integratie en de behoefte aan strengere maatregelen.

De Wet Inburgering (Wi) van 2007

De Wet inburgering (Wi) van 2007 verving de eerdere Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) met als doel nieuwkomers die zich langdurig in Nederland vestigden, te verplichten zich te verdiepen in de Nederlandse maatschappij. Deze wet introduceerde een strenger en meer dwingend integratiebeleid om vrijblijvendheid te doorbreken. In tegenstelling tot de WIN legde de Wi een resultaatsverplichting op: inburgeringsplichtigen moesten binnen drieënhalf tot vijf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning slagen voor het inburgeringsexamen. Het niet tijdig slagen kon nog steeds leiden tot boetes, maar de Wi introduceerde ook nieuwe verblijfsrechtelijke gevolgen voor het niet voldoen aan de inburgeringsplicht.

Daarnaast werd de verantwoordelijkheid voor inburgering volledig bij de migrant zelf gelegd. De nieuwkomers moesten niet alleen zelf de kosten voor hun inburgering betalen, maar ook zelf een geschikte inburgeringscursus vinden. Alleen voor bepaalde groepen ‘oudkomers’ bleef de overheid de inburgering financieren. De organisatie van de cursussen die ter voorbereiding op het examen dienden, werd aan de markt overgelaten.

Evaluatie en Kritiek op de Wet Inburgering 2007

Sinds de invoering in 2007 is de Wi regelmatig gewijzigd. Al snel na het wegvallen van de financiële steun van de overheid daalde het aantal migranten dat deelnam aan inburgeringscursussen aanzienlijk. Om dit tegen te gaan, stelde kabinet-Balkenende IV (CDA-PvdA-CU) in 2007 ‘het Deltaplan’ voor, waarmee €460 miljoen beschikbaar werd gesteld. Dit geld werd gebruikt om gemeenten te laten betalen voor inburgeringscursussen, intakegesprekken te organiseren en cursussen in te kopen bij gekwalificeerde instellingen. Hierdoor nam het aantal migranten dat een cursus volgde weer wat toe.

Echter, met een wetswijziging per 1 januari 2013 werd ‘het Deltaplan’ teruggedraaid en kwam de volledige verantwoordelijkheid voor inburgering opnieuw bij de migranten zelf te liggen, zowel financieel als organisatorisch. Deze wijziging, doorgevoerd onder kabinet-Rutte I (VVD-CDA, met gedoogsteun van PVV), was bedoeld om migranten aan te spreken op hun ‘eigen kracht’ en leidde ook tot aanzienlijke bezuinigingen op het inburgeringsbudget. Vanaf dat moment moesten inburgeraars derhalve zelf hun cursussen vinden en betalen.

Veranderingen in Sancties en Deelnemersgroepen (2013-2017)

De inburgeringstermijn werd verkort tot drie jaar voor alle inburgeringsplichtigen en er kwamen strengere verblijfsrechtelijke sancties. Vanaf 1 januari 2016 kon het niet behalen van het inburgeringsexamen leiden tot de afwijzing van een verzoek om verlenging van een tijdelijke verblijfsvergunning of zelfs tot intrekking ervan. Ook werd de maximale administratieve boete voor het overschrijden van de termijn voor het behalen van het inburgeringsexamen verhoogd tot €1.250 per keer.

Een belangrijke wijziging in de Wi kwam op 1 oktober 2017 met de invoering van de participatieverklaring in het inburgeringstraject. Dit traject omvat een introductie in de kernwaarden van de Nederlandse samenleving en het ondertekenen van een verklaring waarin deze waarden worden onderschreven. De kosten voor dit traject bedragen €150 en de boete voor het niet op tijd afronden kan oplopen tot maximaal €340.

Herziening van de Wet Inburgering en Nieuwe Aanpak (2021)

In de afgelopen jaren werd steeds duidelijker dat de wijzigingen in de Wet inburgering (Wi) van 2013 niet effectief waren. De nadruk op eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars en de marktwerking in het inburgeringsonderwijs bleken problematisch. Volgens de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) vormen vooral asielstatushouders een kwetsbare groep die niet goed in staat is om zelfstandig hun inburgering te organiseren.

Om deze problemen aan te pakken, kondigde minister Koolmees in 2018 een herziening van het inburgeringsstelsel aan. De nieuwe Wet inburgering 2021 stelt als doel om migranten sneller en effectiever te laten integreren in de Nederlandse samenleving, bij voorkeur via betaald werk. Hoewel de herziening blijft vasthouden aan de eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars en strengere sancties introduceert voor wie niet voldoet, biedt de wet ook weer gemeentelijke begeleiding. De gemeenten worden nu in een vroeger stadium betrokken om inburgeraars beter te ondersteunen. Het examenvereiste is verhoogd naar niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader (CEFR).

Uitdagingen in het Toekomstig Inburgeringsbeleid

Een andere uitdaging binnen het inburgeringsbeleid is de veranderende samenstelling van de doelgroep. In de afgelopen 25 jaar zijn steeds nieuwe groepen verplicht gesteld tot inburgering, terwijl anderen werden uitgesloten. Het huidige beleid richt zich vooral op migranten van buiten de EU die voor langere tijd in Nederland willen verblijven, maar niet alle groepen worden gelijk behandeld. Vluchtelingen hoeven bijvoorbeeld hun lening niet terug te betalen wanneer ze voldoen aan de exameneisen. Dit probleem van ongelijke behandeling binnen het inburgeringsbeleid vraagt om verdere aandacht in de toekomst.

Als u wilt dat mensen meekomen in onze samenleving moet je ze toch stimuleren om dit te willen en moet je als politiek niet op basis van natte vingerwerk bepalen of de maatregelen die je daartoe hebt genomen, wel effectief genoeg zijn. Het is kwalijk dat we in 2004 al wisten dat ons integratiebeleid juist de goede kant op ging, maar we weer de valse droom van marktwerking hebben los gelaten op een onderdeel van de overheid waar je juist als overheid aan het roer wil zitten om de mensen op de juiste koers te sturen. De ‘onzichtbare hand’ van de economie gaat niet opeens de taalcursussen goedkoper aanbieden en toch hogere kwaliteit bieden aan deze mensen en datzelfde zien we ook gebeuren in de zorg, onderwijs en de woningmarkt.

Mythen over migratie met betrekking tot Nederland

In het boek Hoe migratie echt werkt vertelt socioloog Hein de Haas, professor in sociologie, migratie en ontwikkeling aan de universiteiten van Amsterdam en Maastricht, over de 22 mythes die men gelooft over de realiteit van migratie. In negen van deze mythes gebruikt hij aannames die bestaan over Nederland, en deze zal ik per punt kort benoemen om u een nog beter beeld te schetsen van de oorzaken van het migratiedebat.

4. Onze samenlevingen zijn diverser dan ooit

Nederland, net als Engeland, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en België, is diep geworteld in een controversiële migratiegeschiedenis. Rond 1580 vingen we bijvoorbeeld de Portugese Joden op toen de Spaanse Inquisitie hen uit Portugal en Spanje verdreef. Maar net als de Roma (zigeuners) werden de Joden slecht behandeld als tweederangsburgers. Het is in elke eeuw gebruikelijk om de nieuwe bevolkingsgroepen als zondebok te beschouwen, maar zodra we ons daarvan bewust zijn, moeten we daarvan leren. Het was niet lang geleden namelijk dat de Poolse gastarbeiders het probleem waren van alle problemen in de samenleving, maar tijden veranderen en dus ook de zondebok.

5. Ontwikkeling van arme landen remt migratie af

Juist in landen met meer ontwikkeling hebben burgers genoeg geld om het risico van migratie te overwegen en durven ze dat risico ook te nemen. Migreren is namelijk duur, dus in onderontwikkelde landen zullen mensen veel minder snel migreren. Een familie zet al zijn geld in op een paard, of in dit geval op een kind, zodat die in het land van aankomst werk kan vinden om geld terug te sturen. Wat in Nederland als niet veel geld wordt gezien, kan je in een land als Djibouti miljonair maken. Ze sturen een zoon of dochter eropuit om in het nieuwe land te leven, zodat zij elke maand een bedrag terug kunnen sturen dat de familie helpt vooruit te komen.

6. Emigratie is een wanhopige vlucht uit ellende

Migratie is een kostbare onderneming; daarom reizen de meeste migranten naar een buurland om kosten te besparen. De meeste Afrikanen vertrekken niet naar het noorden, vooral niet met belangrijke migratiebestemmingen zoals Zuid-Afrika, Nigeria en Ivoorkust, of olie-economieën zoals Gabon en Libië in de buurt. De meeste Aziatische migranten, en ook een deel van de Afrikaanse migranten, vertrekken eerder naar het Midden-Oosten dan naar Europa, naar landen zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit, Qatar, Jordanië, Libanon en Israël. Naast de reiskosten zijn ook de kosten voor wonen en levensonderhoud in deze landen veel lager, zeker in vergelijking met werken in de Nederlandse kassen. Volgens Hein de Haas verdien je als arbeidsmigrant in Nederland gemiddeld $35-42 per maand voor fulltime werk in de kassen, waarvan je 85% moet besteden aan wonen en levensonderhoud.

7. We hebben geen arbeidsmigranten nodig

Het is een illusie dat we geen arbeidsmigranten nodig hebben. Vooral in de Nederlandse kassen en op het platteland is er veel vraag naar goedkope arbeidsmigranten. Naast Randstad zijn er nog zo’n 4830 andere uitzendbureaus in Nederland die elke dag arbeidsmigranten en werkzoekenden van werk en bijpassend onderdak voorzien. Nederland maakt buiten het zicht van het publiek ook afspraken over werkvisa met diverse sectoren, zoals het Convenant Aziatische Horeca uit 2014, waarin Nederland Chinese restauranteigenaren toestemming geeft om Aziatische koks, gelieerd aan een specifieke eigenaar en werkomschrijving, bloot te stellen aan ernstige arbeidsuitbuiting.

8. Immigranten pikken banen in en drukken lonen

Dit is natuurlijk hetzelfde idee dat men na Brexit in Engeland had: namelijk dat buitenlanders de banen inpikten en dat lokale arbeid eenvoudig te vinden zou zijn. In het voorjaar van 2020, midden in de coronapandemie, bleek echter dat het zeer moeilijk was om lokale arbeidskrachten te vinden. Dit had tot gevolg dat werkgevers tienduizenden seizoenarbeiders naar Nederland, Engeland en Duitsland haalden om de oogst binnen te halen, zelfs met het risico van COVID-19. Pieter Omtzigt kan dan wel pleiten voor minder arbeidsmigratie, maar we blijven wanhopig op zoek naar extra handen die bereid zijn het werk te doen voor de helft van wat het waard is, en dat zonder de bijbehorende verzekeringen.

9. Immigratie ondermijnt de verzorgingsstaat

Econoom Ana Damas de Matos concludeerde in opdracht van de OECD dat migranten niet veel geld kosten in landen zoals de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Ze heeft de fiscale impact over de jaren 2006 tot 2018 berekend, waarbij ze de fiscale bijdragen van migranten en niet-migranten vergeleek met de fiscale kosten. Het verschil tussen niet-migranten en migranten was minimaal, namelijk slechts 0,1 à 0,2 procentpunten van elkaar verwijderd, en de impact is rond de 1% van het BBP.

Het idee dat migranten de oorzaak zijn van de wooncrisis is weer een zondebok. In het boek Uitgewoond van stedelijk geograaf Cody Hochstenbach wordt onderzocht hoe de wooncrisis is ontstaan. Uit zijn onderzoek bleek dat de oorzaak ligt bij jarenlang overheidsbeleid met een focus op huiseigenaarschap, privatisering van sociale huurwoningen en het afbouwen van huurbescherming en huurplafonds. Het waren juist de bezuinigingen op het woningbeleid, en niet de migranten, die de crisis in de sociale huursector hebben veroorzaakt. Hochstenbach laat zien dat het totale aantal woningen tussen 2013 en 2020 steeg met 5,9%. Dit hadden 245.000 nieuwe sociale huurwoningen kunnen zijn, maar het aantal sociale huurwoningen daalde juist met 5,3%, wat neerkomt op 115.000 minder woningen. Deze afname is te wijten aan verkoop, sloop, liberalisatie en privatisering van sociale huurwoningen. Daarnaast is de bouw van sociale huurwoningen vertraagd. Waar we in 1980 nog 70.000 sociale huurwoningen per jaar bouwden, daalde dat aantal tussen 2009 en 2013 al snel naar 27.000 per jaar en tussen 2014 en 2019 zelfs naar 15.000 woningen per jaar. Het totale aantal woningen is ook niet goed verdeeld door bijvoorbeeld woningverdunning. Het probleem is dat woningen minder bewoners hebben dan zou passen, zoals ouderen die alleen wonen in een huis voor vier personen.

10. De integratie van migranten is mislukt

We hebben al laten zien dat er, wat betreft het integratiebeleid, juist wel signalen waren dat de integratie de goede kant opgaat. Echter, het overheidsbeleid had geen geduld om op deze resultaten te wachten. In Nederland en België is het een feit dat kinderen van Turkse en Marokkaanse migranten beter op school presteren dan hun ouders en daardoor ook een hogere opleiding kunnen bereiken. Er is ook aangetoond dat deze kinderen steeds dichter in de buurt komen van het opleidingsniveau van witte groepen zonder migratieachtergrond. Hoewel er nog steeds een kloof bestaat tussen deze groepen, is er wel bewijs dat er sprake is van een intergenerationele inhaalbeweging.

De Nederlandse socioloog Bram Lancee deed onderzoek naar de ervaring bij sollicitaties van 53 verschillende groepen met een migratieachtergrond in Engeland, de Verenigde Staten, Duitsland, Spanje, Noorwegen en Nederland. Lancee stuurde 19.181 fictieve sollicitaties naar online vacatures. Uit dit experiment bleek dat groepen met een migratieachtergrond 40% meer sollicitaties moeten versturen om een uitnodiging te krijgen, als gevolg van discriminatie. In Frankrijk en Zweden komt dit minder voor. Het gemak waarmee men een eigen zaak kan beginnen en het krijgen van een stageplek zijn twee factoren waardoor Duitse Turken een hogere arbeidsparticipatie hebben dan Nederlandse Turken. Nederland versoepelde deze regels in 1990, en sindsdien is het aantal Turkse en Marokkaanse winkels gegroeid.

De Iraans-Nederlandse sociologe Halleh Gharashi toonde aan dat het strenge vluchtelingenbeleid van Nederland, waarbij vluchtelingen moeten tekenen dat ze helpen aan hun eigen uitzetting na vijf jaar volgens artikel 3.105a van het Vreemdelingenbesluit 2000, een grote invloed heeft op Iraanse vrouwelijke vluchtelingen en hen in een afhankelijke positie van welzijn duwt, wat de stereotypes rondom vreemdelingen bevestigt. In de Verenigde Staten, waar vluchtelingen een duidelijker beeld van hun toekomst hebben, kunnen Iraanse vrouwelijke vluchtelingen het gevoel hebben dat ze permanente bewoners van de VS zijn. Hierdoor presteren ze daar beter op het gebied van werk, welzijn en algemene tevredenheid.

Politicoloog Maarten Vink concludeerde dat wanneer migranten en vluchtelingen snel aan een eigen woning en burgerschap komen, zij zich veel veiliger voelen over hun verblijf in Nederland en des te gemotiveerder zijn om te investeren in hun toekomst. Hoe beter ze zich kunnen identificeren met het nieuwe land, hoe succesvoller de integratie. Tussen 1999 en 2011 was zichtbaar dat naturalisatie een grote boost creëert in de inkomens van migranten, waarbij deze boost het grootst is in de jaren vlak na de naturalisatie. Het idee van een mogelijke uitzetting, als een soort zwaard van Damocles boven het hoofd, veroorzaakt veel stress bij vluchtelingen en demotiveert hen om te investeren in hun toekomst in Nederland. Duidelijkheid is een essentieel onderdeel om integratie succesvol te maken.

Hein de Haas omschrijft de Nederlandse houding tegenover migranten als volgt: “Wij accepteren je aanwezigheid en je mag je eigen weg gaan hier, zolang je ons niet stoort en je zal nooit een van ons zijn.” Oftewel, onze vorm van tolerantie, vergeleken met het idee van multiculturalisme, is repressieve tolerantie.

11. Massamigratie leidt tot massasegregatie

Amerika is een land waar veel sprake is van segregatie. Een manier om segregatie te meten is door middel van de segregatie-index. De segregatie-index geeft aan hoe gelijkmatig een bepaalde bevolkingsgroep over een gebied, zoals een stad, is verspreid. Een hogere index betekent dat een groep sterker geconcentreerd is in bepaalde wijken, terwijl een lagere index duidt op een meer gemengde verspreiding van verschillende groepen door de stad. In 1980 zag men in grote Amerikaanse steden een segregatie-index van 41 voor Aziaten, 52 voor Latino’s en 75 voor Afro-Amerikanen. In 2010 daalde de segregatie-index voor Aziaten en Latino’s naar respectievelijk 39 en 51, en voor Afro-Amerikanen naar 60. In Europa zijn deze cijfers positiever. In Nederlandse steden zoals Rotterdam en Amsterdam hebben Marokkanen een segregatie-index van 40, en hetzelfde geldt voor Turken in Den Haag. Dit is beter dan in de Belgische steden Brussel en Antwerpen of in Stockholm, waar de indexcijfers van 60 het Amerikaanse niveau benaderen. In gebieden met segregatie, zoals de Amerikaanse getto’s, is de bestaanszekerheid namelijk radicaal onevenredig in vergelijking met de rest van de stad. Segregatie bevordert een polariserend wij-zij-denken, wat de sociale cohesie in steden ondermijnt. Het blijft een feit dat de buurt waarin je opgroeit invloed heeft op je toekomstkansen, zeker als deze buurt vol gesegregeerde, kansarme migranten zit die nauwelijks de taal spreken.

12. Immigratie doet de criminaliteit stijgen

Het eerste misverstand dat snel uit de wereld geholpen moet worden, is de misconceptie dat migranten, vluchtelingen en asielzoekers hierheen komen om te stelen. Het grootste deel van de vreemdelingen komt hier om te leven of te vluchten; zij hebben te veel te verliezen. Daarom heeft deze groep ook de laagste criminaliteitscijfers in de samenleving. Dit soort overtuigingen hebben bijvoorbeeld het onderzoek naar de moord op de Friese Marianne Vaatstra op 30 april 1999 bemoeilijkt. Deze zestienjarige werd na een avond uit verkracht en vermoord door middel van het doorsnijden van haar keel. Volgens Pim Fortuyn was dit geen “Nederlandse manier van doen”, en dus werden al snel de vluchtelingen uit het lokale asielzoekerscentrum als daders aangewezen. De echte dader bleek echter een boer uit de buurt te zijn, die pas in 2012 werd gepakt na een DNA-onderzoek. De boer was een vader, familieman en behulpzame buurman, waardoor men verbijsterd was toen het nieuws uitbrak. Dit is een goed voorbeeld van hoe vooroordelen en etnisch profileren ertoe leiden dat minderheden en migranten oververtegenwoordigd zijn in de misdaadcijfers.

De Nederlandse sociologen Willemijn Bezemet en Arjen Leekers deden in 2022 onderzoek naar de kans om als verdachte van een misdrijf te worden geregistreerd, waarbij ze jongeren met een migratieachtergrond vergeleken met niet-migrantenjongeren met vergelijkbare niveaus van zelf-gerapporteerd crimineel gedrag. Jongeren met een Marokkaanse en Caribische afkomst worden 6 tot 7 keer vaker verdacht van het plegen van een misdrijf. Jongeren met een Surinaamse en Turkse afkomst worden 4 keer vaker als verdachte aangemerkt. Uit het onderzoek bleek dat slechts een klein deel, namelijk 13 procent, van de oververtegenwoordiging van groepen met een criminele reputatie in de verdenkingscijfers van misdrijven kan worden verklaard door daadwerkelijke verschillen in crimineel gedrag. De onderzoekers schatten dat bijna de helft (46 procent) van deze oververtegenwoordiging niet kan worden verklaard door factoren zoals crimineel gedrag, socio-economische positie of andere kenmerken op individueel en buurtniveau. Het is daarom waarschijnlijk dat etnisch profileren en vooroordelen van de politie, getuigen en slachtoffers een grote rol spelen in deze oververtegenwoordiging. Hoogopgeleide niet-migranten worden daarentegen nauwelijks aangehouden, laat staan gearresteerd.

18. De publieke opinie heeft genoeg van migratie

Als laatste mythe moeten we het hebben over de publieke opinie. Het lijkt met het huidige extreemrechtse kabinet duidelijk dat men er helemaal klaar mee is, zeker als je naar X kijkt. Of ligt dat toch anders? Een ongemakkelijke conclusie voor de xenofoben is dat, zoals Hein de Haas in zijn boek benadrukt, juist direct contact met migranten op de lange termijn leidt tot een vermindering van xenofobie. We moeten ook niet vergeten dat de op een na grootste partij de combinatie GroenLinks/PvdA was. In 2017 was de Nederlandse publieke opinie over de impact van immigranten in de samenleving voor 30% zeer positief en 40% matig positief, wat betekent dat 70% van de bevolking aangeeft dat ze ermee kunnen leven. X is een extreemrechts platform geworden waar populistische sentimenten worden uitvergroot, maar we moeten blijven onthouden dat er rond de 3,5 miljoen Nederlanders op Twitter actief zijn. Dat is slechts 20,59% van de 17,7 miljoen inwoners van Nederland. De publieke opinie wordt dus niet gedomineerd door de extreemrechtse menigte, die vaak niet verder komt dan persoonlijke beledigingen.

Conclusie

U vraagt zich af of er sprake is van een asielcrisis? Nee, dat is niet het geval. Er is wereldwijd en ook in Nederland geen sprake van een te grote stroom vluchtelingen, asielzoekers of gelukszoekers. Ook is er geen toename in het aantal mensen dat hier naartoe komt. Deze migranten nemen onze banen niet af, want die banen wilden we zelf al niet. Waar we wel mee te maken hebben, is wederom een opvangcrisis, die haar oorsprong vindt in één ding: het constant willen bezuinigen en besparen op overheidstaken. Na de economische recessie was het makkelijk om de schuld te geven aan islamitische migranten voor het feit dat er geen banen zijn of dat er een crisis is. ‘Dank je wel linkse elite,’ zeggen de populisten, terwijl de integratie wordt tegengewerkt door het ongeduldige, steeds verder privatiserende, strenge inburgeringsbeleid onder leiding van de VVD, met instemming van het CDA. Eigen verantwoordelijkheid is in principe niet verkeerd. Maar daar mag wel op een wat evenwichtigere en gebalanceerde wijze benaderd worden. Een actievere rol van de overheid op dit punt is van wezenlijke importantie. Immers, iedereen is ermee gebaat dat nieuwkomers dat Nederlandse waarden en normen over democratie en onze samenleving eigen maken. Dit moeten wij niet enkel en alleen overlaten aan een van de meest kwetsbare groepen in onze samenleving (statushouders).

Als we niet bezuinigen op het inburgeringsbeleid, dan besparen we wel op het sociale huurwoningenbeleid. De xenofobie en islamofobie die ons dagelijks door politici, influencers en media door de strot wordt geduwd, zijn ook de kern van de problemen die we ervaren met deze migranten. We willen ze niet het idee geven dat ze hier mogen blijven, we maken het ze niet makkelijk om zich te vestigen, en we zien ze allemaal als crimineel, terrorist of verkrachter, waardoor de tweespalt nog groter wordt in de samenleving. En tweespalt hebben we nu juist niet nodig in geopolitieke en klimatologische onzekere tijden!

De ervaring van rechtse mensen met betrekking tot het vermeende mislukken van de multiculturele samenleving, en het gevoel dat vluchtelingen worden voorgetrokken en alleen maar toeslagen ontvangen, zijn allemaal verbonden met bezuinigingen op sociale voorzieningen zoals huisvesting, inburgering, werkgelegenheid, sociale binding, educatie en gelijke behandeling. We weten dat de PVV zich graag zich presenteert als een nationalistische partij met een sociaal gezicht, maar door de façade heen zien we duidelijk Wilders’ extreemrechts-liberale overtuigingen. Dit blijkt uit het fiasco van Fleur Agema rondom private equity in de zorg, de verlaging van het eigen risico, en de schending van de verkiezingsbelofte om het ziekenhuis in Heerlen open te houden. Met andere woorden, de rechtse populisten hebben een verkiezingsoverwinning bij elkaar gebluft. Nu de deadline voor het regeerprogramma nadert, probeert minister Faber angst te zaaien om haar punten hoger op de prioriteitenlijst te krijgen. Gelukkig hebben we wetenschappers zoals Leo Lucassen, Groenendijk en Hein de Haas die ons wijzen op waar het echt om gaat: zondebokpolitiek laat ons alleen maar verder in de modder wegzakken. De misvatting dat migranten ons probleem zijn, leidt ons af van het werkelijke probleem: een alsmaar kleiner wordende overheid die steeds minder lijkt op te komen voor de belangen van haar burgers en steeds meer voor de wensen en fantasieën van de mensen met het grootste woord en de diepste zakken.

Steun het anti-populistische geluid!

Wil je dit opiniërende platform maandelijks steunen met een bescheiden financiële bijdrage? Dat kan via deze link: Columns (stripe.com) Of steun het platform eenmalig met een bedrag naar keuze invullen: https://buy.stripe.com/00g176ce24rc3Cg3cc


Populaire posts van deze blog

Queer en ex-moslim: een verbonden strijd

De toekomst van Palestina

Een ex-moslim perspectief: Extreemrechts aan de macht